Autisme

Wat is autisme?
De meeste mensen kunnen informatie die ze niet nodig hebben uitzetten en zich alleen richten op datgene wat op dat moment belangrijk is. Mensen met autisme kunnen dit niet. Het gevolg is dat sommige ruiters het niet fijn vinden om aangeraakt te worden of om je in de ogen aan te kijken. Ruiters met autisme vinden prettig als er structuur in de les zit waar ze zich aan vast kunnen houden. Niet alle autistische personen reageren hetzelfde. Er zijn vele vormen van autisme. Er kunnen beperkingen zijn in:

Het contact met anderen, bijvoorbeeld:

  • Geen, te weinig of te veel contact en geen sociale empathie.
  • Geen of op een abnormale manier troost zoeken.
  • Geen of tekort schietend imitatiegedrag.
  • Geen of abnormaal spelgedrag.
  • Communicatie en taalgebruik, bijvoorbeeld:
  • Niet of nauwelijks praten
  • Wel praten, maar op een eigenaardige manier
  • Welbespraakt zijn, maar niet communiceren met de ander
  • Gevoelens kunnen moeilijk onder woorden gebracht worden

 Het voorstellingsvermogen, bijvoorbeeld:

  • Moeite om zich een juiste voorstelling te maken van iets wat niet aanwezig is, van wat er gaat komen of van wat er geweest is.
  • Opvallende reacties van onbehagen op veranderingen in de omgeving.
  • Ze kunnen zich moeilijk ergens op voorbereiden of iets verwerken.
  • Geen of juist een teveel aan fantasie waardoor ze in vaak angstige gedachtespinsels komen.


Aandachtspunten bij het paardrijden bij ruiters met autisme.
Structuur is erg belangrijk voor deze ruiters. Een kleine verandering in het lesprogramma of begeleiding kan voor deze personen ontzettend groot zijn. Het is beter veranderingen ruim tevoren aan te geven zodat aan ze aan het idee kunnen wennen. Deze ruiters zullen bepaalde opdrachten beter oppakken na het geven van een voorbeeld. Er zijn vaak plaatjes, pictogrammen, foto’s of eenvoudige teksten nodig voor de ruiter om een beeld voor de geest te kunnen halen.

Effecten van paardrijden bij ruiters met autisme.
Ruiters met autisme vinden over het algemeen het fijn om contact te maken met dieren. De meeste worden er rustig van en kunnen ook makkelijker contact maken als ze op een paard zitten. Paarden reageren namelijk op lichaamstaal en dit contact is altijd zonder emotie. De instructeur kan het paard dus gebruiken om beter met de ruiters te communiceren of om juist contact met de ruiters te maken. Het samenwerken kan te paard ook goed geoefend worden. Eerst met het paard zelf, maar later ook met groepsgenoten. Het paard spiegelt het gedrag van een ruiter. Indien je op een fijne manier contact maakt, zal het paard dit toestaan. Zo niet, dan zal het van je weglopen. Op deze manier kan de ruiter oefenen met contact leggen.